Vragen bij beheerplannen
dinsdag 25 februari 2014 Op de agenda van de raadsvergadering van 25 februari stonden ook de beheerplannen. Deze gaan over de beschikbare financiële middelen in 2014 voor het onderhoud van de openbare ruimte. Raadslid Aart Slobbe leverde een speciale korte bijdrage. De integrale, volledige bijlage staat hier weergegeven.
Voorzitter,
De fractie van de CU/SGP beschrijft in haar verkiezingsprogramma 2014 – 2018 vijf principes waarop ze haar politieke stellingnames wil baseren. Tenminste twee daarvan zijn voor de besluitvorming waarvoor we nu geplaatst worden, relevant:
- Geen rekening naar de toekomst
- Vrijwillig doen wat vrijwillig kan
Ik herhaal wat wij op 4 februari jl. al hebben betoogd. De openbare ruimte in Zuidplas is op een aantal fronten zichtbaar aan het interen op kwaliteit en dat is niet wat wij willen. Het doet afbreuk aan de leefomgeving, heeft een negatief effect op het woongenot en kan gemakkelijk leiden tot een onverschillige houding ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte. Onze inzet moet zijn om het zo ver niet te laten komen, dus wij kiezen voor niveau B.
Ik gaf al aan dat wij er verstandig aan doen om niet opnieuw rekeningen door te schuiven naar de toekomst. Het gepresenteerde cijfermateriaal doet dat wel en ons inziens op in elk geval de volgende twee onderdelen:
- er wordt geen rekening gehouden met inflatie. Verbazend en zelfs een beetje onvoorstelbaar voor een gemeente die realistisch begroten als uitgangspunt gekozen heeft;
- door ten aanzien van het beheerplan sportvoorzieningen met halve scenario’s te rekenen. Het enige vooralsnog realistische scenario is rekening houden met realistische afschrijvingstermijnen én de vervanging van inrichtingselementen. Scenario A voor beheerplan sportvoorzieningen dus.
En dat doet financieel best pijn. Daarom is het tweede door mij genoemde principe ‘vrijwillig doen wat vrijwillig kan’ bij de verdere uitwerking eveneens van groot belang, zeker waar het sportvoorzieningen betreft.
Als u de ChristenUnie/SGP-fractie vraagt welke bezuinigingsopties ons voor ogen staan, zeggen wij het volgende:
- de gebruiker betaalt, dus onderzoek ook hier waar het profijtbeginsel extra mogelijkheden biedt;
- meer burger, minder overheid, dus waarom het onderhoud naar de gemeente toetrekken en niet het omgekeerde. Verenigingen zijn uitstekend in staat zelf het onderhoud te plegen, te maaien e.d. In bepaalde dorpen was dit al gebruikelijk;
- het inschakelen van uitkeringsgerechtigden voor het uitvoeren van maatschappelijk relevante werkzaamheden die nu vanuit kostenoverwegingen achterwege dreigen te blijven;
- verkoop / overdracht van gemeentelijke bezittingen aan derden;
- en last but not least, als we er dan nog niet zijn, kan gedacht worden aan het schrappen van minder prioritaire uitgaven in de begroting en deze besparingen besteden aan verhoging van de nu voorgestelde onderhoudsniveaus.
Ik ga naar het voorliggende voorstel. Mijns inziens was de belangrijkste vraag die op 4 februari jl. op de zeef is blijven liggen, wat er fout gaat als de Raad besluitvorming over de beheerplannen zou uitstellen tot na 19 maart a.s. De begroting 2014 is immers goedgekeurd en ten aanzien van de onderhoudsbudgetten niet geamendeerd.
Onze fractie stelt vast dat deze kernvraag in het huidige voorstel niet is beantwoord. Het College heeft in de meerjarenbegroting ingezet op niveau C en wij kunnen ons niet voorstellen dat de budgetten 2014 al uitgegeven zijn. Wij nodigen het College daarom opnieuw uit duidelijk te maken, waarom besluitvorming niet kan wachten tot na aantreden van het nieuwe College.
Deze vraag neemt overigens onze waardering niet weg voor het goede werk dat in de afgelopen periode is verzet. We weten nu bijna waar we aan toe zijn en met dat compliment wil ik onze inbreng in de eerste termijn afronden.
Aart Slobbe