Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2014
dinsdag 22 april 2014 Ook de bespreking van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2014 stond op de raadsagenda van dinsdag 22 april. Namens de ChristenUnie/SGP maakte Aart Slobbe een drietal kanttekeningen vanuit de gedachte 'geen rekening naar de toekomst'.
Voorzitter,
De fractie van ChristenUnie/SGP heeft het Raadsvoorstel Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2014 bestudeerd en getoetst aan de uitgangspunten van ons verkiezingsprogramma 2014 <-> 2017, met name aan het principe ‘geen rekening doorschuiven naar de toekomst’.
Vanuit dat principe geeft het Raadsvoorstel ons aanleiding tot het maken van de drie kanttekeningen, maar vooraf een vraag: waarom is bij het Grondbedrijf nog geen tijdschrijfsysteem ingevoerd? Dat is vorig jaar toegezegd met ingangsdatum 1 januari 2014 en kan met vijf of zes lopende grondexploitaties toch niet zo moeilijk zijn?
- Met betrekking tot de grondexploitaties stellen wij vast dat de gehanteerde uitgangspunten ter zake van verwachte kosten- en opbrengststijgingen, gesteld op resp. 2% en 0% per jaar, ons in de huidige tijdsomstandigheden realistisch voorkomen. Wij blijven het echter oneens met het toepassen van de netto contante waarde methode bij de berekening van de tekorten op de lopende grondexploitaties. Daarmee wordt immers een renterekening doorgeschoven naar de toekomst. Het feit dat de spelregels van de BBV deze methode toestaan, doet daar niet aan af. Wij dienen een motie in waarin wij het (nieuwe) College oproepen bij de waardering van de grondexploitaties en de beoordeling van de hoogte van de te treffen voorziening uit te gaan van de ‘eindwaarde methode’. (verschil eindwaarde <-> NCW: € 1,6 miljoen).
- Met betrekking tot de Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) vindt onze fractie het riskant om uit te gaan van een marktwaarde die ligt boven de taxatiewaarde. Wij nemen aan dat bij de jaarlijkse taxatie de meest recente marktinformatie meegewogen wordt bij de vaststelling van de taxatiewaarde. Daarom verbaast het ons dat het College de marktwaarde hoger inschat dan de taxateurs. De wens zal de vader van de gedachte zijn. Of omgekeerd, als het College in staat is de marktwaarde beter in te schatten dat externe specialisten, waarom dan nog jaarlijks laten taxeren? Die kosten kunnen bespaard worden. Wij bepleiten op dit punt voorzichtigheid.
- Van circa 80% van de Niet In Exploitatie Genomen Gronden (80% van circa € 34,6 miljoen, of wel € 27,7 miljoen; betreft Nieuwerkerk-West, Zevenhuizen-Zuid en Knibbelweg-Oost) ligt de huidige boekwaarde royaal boven de taxatiewaarde dan wel net op de door het College geraamde marktwaarde. Dat betekent dat er geen ruimte is voor toerekening van rente aan deze gronden waardoor de rentelasten volledig uit de reguliere begroting gedekt moeten worden. Hier ligt een tikkende tijdbom; een stijging van de langlopende rente met 1% heeft materiële gevolgen voor de gemeentebegroting en het gaat om gronden waarop tenminste de eerstkomende 10 jaar geen bouwactiviteiten voorzien worden. Natuurlijk kan geprobeerd worden de gronden aan derden te verkopen, maar dat betekent dan wel dat verliezen die nu nog voorzien worden, worden geëffectueerd. Wij wensen het nieuwe College wijsheid bij het laveren tussen Scylla en Charibdis.
Voorzitter, de fractie van de ChristenUnie/SGP deelt de conclusie dat het Meerjarenperspectief Grondexploitaties een goed rapportage- en sturingsinstrument is. Daar zijn wij dan ook blij mee; het biedt een prima inzicht in het reilen en zeilen van het Grondbedrijf.
Wij zijn van mening dat de omvang van de getroffen voorzieningen in combinatie met de stand van de Reserve Grondexploitaties tegen de achtergrond van de huidige, licht verbeterende marktomstandigheden toereikend zijn om de risico’s van het Grondbedrijf te dekken, ook als we uitgaan van de eindwaardemethode voor lopende grondexploitaties zoals wij in onze motie bepleiten. Met betrekking tot de inschatting van de marktwaarden NIEGG gunnen we het College daarbij het voordeel van de twijfel. Blijkt die inschatting evenwel te optimistisch, dan valt aan extra voorzieningen niet te ontkomen.
Aart Slobbe