Leerlingenvervoer: blij met duidelijkheid

Bert Doek 3dinsdag 03 juni 2014

Op de agenda van de raadsvergadering van dinsdag 3 juni stond de 'verordening leerlingenvervoer'. Omdat het Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 van start gaat, heeft de verordening leerlingenvervoer aanpassing nodig. Raadslid Bert Doek kon zich goed vinden in de opvatting van het nieuwe college.

Voorzitter,

Voor de fractie ChristenUnie/SGP is het belangrijk dat het mogelijk blijft voor ouders om kinderen naar de school van hun keuze te kunnen sturen. Ook als het kinderen betreft die vanwege een beperking zijn aangewezen op speciaal onderwijs.

Met de nieuwe verordening worden leerlingen die speciaal onderwijs volgen gelijkgesteld aan leerlingen die regulier onderwijs volgen. En dat kan consequenties hebben. Het college bevestigt dat voor het voortgezet speciaal onderwijs vaak wat verder gereisd moet worden, wat hogere kosten met zich meebrengt. Nu begrijpt onze fractie dat als het gaat om leerlingen die scholen in Rotterdam of Gouda bezoeken de gelijkstelling te verdedigen is. En ongetwijfeld zal dat voor verreweg de meeste gevallen gelden. Maar wat als de school in Voorburg staat, of in Utrecht?

Is de raad het met onze fractie eens dat het dan redelijk is dat deze ouders wel aanspraak kunnen maken op enige tegemoetkoming? Kan het college toezeggen dat als er meer dan 10 kilometer gereisd moet worden voor het speciaal onderwijs, ouders dan op basis van de hardheidsclausule mogen rekenen op een tegemoetkoming (huidige verordening legt de grens bij 6 kilometer)?

Onze fractie is blij met de opvatting van het college dat de verordening de komende jaren ongewijzigd kan blijven. Het is goed om aan het begin van de collegeperiode ouders die gebruikmaken van het leerlingvervoer hierover duidelijk te geven.

Ik sluit af met 2 onderdelen waarvan onze fractie zich afvraagt of die wel in de verordening moeten blijven staan:

  1. Een leerling (of beter zijn ouders) die met de fiets naar school gaat, kan  in aanmerking komen voor een kilometervergoeding. Maar is dit niet het bewijs dat een vervoersvoorziening niet nodig is? We hebben hier ook in de technische ronde vragen over gesteld. Hoe denken de andere fracties hier over?
  2. In de verordening is de mogelijkheid opgenomen de beslistermijn van 8 weken eenmaal te verlengen met 4 weken. Op onze vragen hoe vaak hiervan in de afgelopen jaren gebruik is gemaakt is het antwoord: nul keer. Me dunkt is er dan voldoende reden om die verlengingstermijn van 4 weken te schrappen. Dan is het voor onze inwoners ook duidelijk.

Bert Doek

« Terug