Bijdrage: beleidsplan WMO

Bert Doek 1woensdag 15 oktober 2014

De afzonderlijke agendapunten over de zorg en de decentralisaties tijdens de raadsvergadering van dinsdag 14 oktober behandelde raadslid en fractie-zorgspecialist Bert Doek. Onder agendapunt 6 ging hij in op het beleidsplan WMO.

Voorzitter,

Vanavond discussiëren we over beleidsplannen en kadernota’s, maar overzien we ook de consequenties hiervan voor mensen die nu en straks zorg nodig hebben? Eerlijk gezegd hebben we daar twijfels over.

Het college schrijft: “Bestaande gevallen behouden in 2015 hun rechten die zijn verbonden aan het indicatiebesluit, tenzij de indicatietermijn eerder afloopt.” Het kan dus zomaar dat ook ‘bestaande gevallen’ al snel, bijv. in januari 2015 met de nieuwe voorwaarden worden geconfronteerd. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor de gevallen die we zo-even (zie de bijdrage van Marnix de Romph) hebben genoemd?

Met al deze onzekerheden kan het heel geruststellend klinken dat ervoor wordt gekozen om de schotten tussen de deelbudgetten te laten staan. Geld voor de WMO kan in het voorstel van het college niet zomaar aan jeugdzorg worden besteed. Maar op het budget van de WMO wordt wel fors bezuinigd, sinds de zomer weten we dat er opnieuw zeven ton vanaf gaat. Ook de jeugdzorg kent een bezuiniging van 15%. Gevolg: nadruk op financiële sturing op de deelbudgetten, dat ten koste kan gaan van een brede integrale sturing op het oplossen van de zorgvraag. Een gemiste kans.

Nee, we moeten anders durven kijken naar het zorgvraagstuk. Krapper wordende budgetten betekenen niet dat de zorgvraag van burgers vermindert. Het betekent ook niet dat we een deel van de zorgvraag gaan negeren. Het vraagt juist om het creëren van randvoorwaarden waarbinnen nieuwe creatieve en innovatieve zorgoplossingen worden gevonden. Alle belemmeringen die daarvoor in de weg staan moeten we aan de voorkant opruimen. Dat vraagt ook in financieel opzicht een integrale benadering, waarbij afstand wordt gedaan van het kolomgerichte denken.

Om dit te stimuleren stelt ChristenUnie/SGP voor een lokaal sociaal deelfonds in te stellen. De decentralisatiegelden worden daarin samengevoegd met de huidige budgetten voor WMO en participatie. De financiën zijn dan kolomoverstijgend in te zetten. Dat biedt ruimte voor creativiteit en stimuleert het integrale denken.  In antwoord op door ons gestelde vragen heeft het college aangegeven dat een keuze hiervoor geen extra financiële risico’s oplevert. Daarom dien ik hiervoor een amendement in.

Dagbesteding

Vanaf 1 januari is de gemeente ook verantwoordelijk voor de dagbesteding in brede zin. Ik lees hier relatief weinig over in de stukken.  Zijn er al contracten gesloten met partijen die de dagbesteding verzorgen per 1 januari. En dan bedoel ik met name de dagbesteding voor ouderen en mensen met beperkingen voor wie een traject richting de arbeidsmarkt niet reëel is? Of blijft vooralsnog alles bij het oude? Graag duidelijkheid hierover?

« Terug