Bijdrage: dagbesteding nieuwe stijl
dinsdag 09 december 2014 Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 9 december voerde raadslid Bert Doek het woord over de 'dagbesteding nieuwe stijl'. Zijn belangrijkste punt: betrek bij de verdere uitwerking en invulling ook de vrijwilligersinitiatieven die vanuit kerken of andere organisaties worden opgezet. Een meerderheid van de raad kon zich daarin goed vinden.
Tijdens de programmacommissie Decentralisaties hebben we een inspirerende presentatie gekregen van een aantal zorgaanbieders die momenteel ook invulling geven aan dagbestedingsactviteiten. Het is bemoedigend dat huidige aanbieders elkaar opzoeken. Het is ook wijs dat de gemeente beschikbare expertise in de gemeente gebruikt om met dagbesteding de verbinding te zoeken met vraagstukken op het gebied van ouderenzorg en participatie en eenzaamheidsbestrijding.
In de discussienotitie schrijft het college dat de ontwikkeling van dagbesteding nieuwe stijl een co-productie betreft met huidige aanbieders. Dat lijkt te betekenen, en zo is ook geantwoord tijdens de Programmacommissie Decentralisaties, dat de nieuwe vormgeving samen met de huidige aanbieders zal worden ingevuld. Hoewel we veel waardering hebben voor het enthousiasme van deze zorgorganisaties vindt de ChristenUnie/SGP het juist belangrijk dat ook het informele werkveld hierbij aan de voorkant betrokken wordt.
Juist hier is de verbinding leggen tussen professionals en de vrijwilligers die vanuit kerken en allerlei andere organisaties actief zijn essentieel. Dat betekent ook dat het ‘informele werkveld’ mede richting moet kunnen geven aan de invulling en verdere ontwikkeling van de dagbesteding nieuwe stijl. We hebben eerder al eens geroepen dat professionals aanvullend behoren te zijn op de activiteiten die vanuit vrijwilligers worden opgepakt. En dat geldt wat ons betreft ook voor de dagbesteding nieuwe stijl. Een initiatief vanuit de kerken kan natuurlijk prachtig worden verbonden met het plan dat de zorgorganisaties eerder in de commissie hebben gepresenteerd. Maar dan moeten de initiatiefnemers wel gelijkwaardig aan tafel kunnen zitten.
Dat betekent ook dat het innovatiebudget niet op voorhand voorbehouden behoort te zijn aan de professionele organisaties, maar ingezet moet kunnen worden om maatschappelijke initiatieven tot een succes te maken. Dat betekent overigens niet dat de penningmeester van de gemeente voor elk initiatief de kluis moet openmaken. Maar wel als er meerwaarde bereikt kan worden door de inzet van vrijwilligers, waarvoor tijdelijk middelen nodig zijn. Ik hoor graag hoe andere fracties hierover denken.
Voorzitter, het college vraagt ons om te reageren op de door het college gemaakte keuzes in de discussienota. Uiteraard zijn we daartoe bereid. Op een aantal keuzes zijn we hierboven al ingegaan. We hebben de indruk dat de keuzes van het college zijn bepaald door de gekozen hoofdroute om met de bestaande zorgaanbieders de dagbesteding nieuwe stijl verder te ontwikkelen. Die keuze maken wij vooralsnog niet, omdat wij ook de expertise van het informele werkveld hierin willen meenemen en een stem willen geven. Daarom stellen wij bij punt 4 een derde variant voor waarbij, naast de gemeente en formele zorgaanbieders, ook informele netwerken of werkgroepen medebepalend kunnen zijn voor de invulling van de dagbestedingsactiviteiten.
Dan de vraag voor wie de activiteiten beschikbaar moeten zijn? Wat ons betreft voor iedereen die daarbij gebaat is. Dagbesteding (in brede zin) ziet onze fractie niet alleen als het bieden van een daginvulling, maar ook als een instrument om eenzaamheid tegen te gaan. En als we het hebben over het tegengaan van eenzaamheid dan is het belangrijk dat de activiteiten zich op het niveau van de dorpen ontrollen. Eenzaamheid is een fors, maar vaak ook een onzichtbaar probleem in Zuidplas.
En tenslotte de hoogte van het innovatiebudget. Het voorgestelde plafond van €31.250,- is arbitrair, een duidelijke onderbouwing ontbreekt. Het stellen van een plafond voor een innovatiebudget kan betekenen dat een goed plan wordt afgewezen omdat het geld op is. De hoogte van het innovatiebudget kan wat ons betreft worden gekoppeld aan de verwachte besparing die de innovatie voor de samenleving kan opleveren.