Voorzitter,

2015 is een overgangsjaar, waarin duidelijkheid moet komen welke strategische keuzes Promen voor de toekomst maakt. Daaraan voorafgaand hecht onze fractie aan een brede discussie over het re-integratiebeleid dat Zuidplas voorstaat, waarbinnen Promen een van de uitvoerende partners zal zijn. Waar blijft de visie hierover van het college (motie van 23 september)?

Waarom vinden we die brede discussie zo belangrijk:

1. De gemeente Zuidplas heeft te maken met meer werkzoekenden dan degenen die zijn aangewezen op de expertise van Promen. De discussie over de toekomst van Promen moet daarom in een breder perspectief worden gevoerd.
2. Het is niet vanzelfsprekend om Promen structureel aanvullende re-integratieopdrachten te geven, zonder dat daaraan harde uitstroomgaranties zijn verbonden. Dat is nl. wat nu voor 2015 wel wordt voorgesteld.
3. Het participatiebudget kunnen we maar een keer uitgeven en dan graag zo efficiënt en effectief mogelijk. Het college geeft in antwoord op de technische vragen aan dat er andere uitvoerders zijn die de voorgestelde trajecten goedkoper kunnen uitvoeren.
4. De beslissing om re-integratietrajecten in te kopen ligt bij de GR-IJsselgemeenten. Dit roept de vraag op welke reële sturing we vanuit dit huis nog kunnen geven op het re-integratiebeleid en op basis van welke criteria. Etc.

Deze opmerkingen maken we niet omdat we het niet zien zitten met Promen. We hechten sterk aan het behoud van de expertise van Promen om mensen met beperkingen te begeleiden naar en op de arbeidsplek. Maar als we toe willen naar een inclusieve arbeidsmarkt, dan is er meer nodig dan Promen overeind houden.

Onze fractie kan zich overigens in grote lijnen vinden in de zienswijze.  Eén opmerking hierbij: het geformuleerde uitgangspunt dat Promen blijft zorgen voor de doelgroep van beschutte werknemers mag wat onze fractie betreft expliciet worden gekoppeld aan 2015. Want anders wordt de ruimte voor een fundamentele toekomstdiscussie op voorhand drastisch ingeperkt.