Bijdrage: Rv Integrale verordening Sociaal Domein 2019

J. Snoei 2 - Nieuwsberichtdonderdag 07 maart 2019

Bijdrage: Rv Integrale verordening Sociaal Domein 2019

12 februari 2019

Voorzitter,

In navolging van het IBSD wordt aan de Raad voorgesteld om een integrale verordening vast te stellen voor het Sociaal Domein. We hebben hierover verschillende technische vragen gesteld, dank voor de gegeven antwoorden. Onze fractie is het met het college eens dat bij een integrale aanpak van de verschillende beleidsterreinen ook een integrale verordening passend is. Wij zijn dan ook blij met deze eerste verbetering in de afstemming van de werkprocessen op het gebied van Wmo, Jeugd en Leerlingenvervoer, en hopen dat de 8 verordeningen m.b.t. de Participatiewet ook hun plaats vinden in deze verordening. Daarnaast vinden wij het fijn dat cliëntondersteuning in de integrale verordening is opgenomen. Uit de uitgevoerde cliëntervaringsonderzoeken blijkt weliswaar dat de bekendheid van cliëntondersteuning is toegenomen, maar het blijft ons inziens nodig om hier aandacht aan te besteden. Een vermelding in de verordening is dan ook op zijn plaats. Ook het feit dat de HHT-regeling ook in 2019 voor onze inwoners (en mantelzorgers) beschikbaar blijft, vinden wij winst voor de ondersteuning in het langer zelfstandig thuis wonen.

Minder tevreden is onze fractie met de antwoorden op onze vragen over de in te richten cliëntpanels en de beschrijving hoe met deze verordening het leerlingenvervoer kan worden ingezet voor thuisnabij onderwijs. Wij hechten veel waarde aan de feedback van klanten en zien daarom kansen in het inrichten van cliëntpanels. Het gesprek aangaan met specifieke groepen kan helpen om onze dienstverlening te verbeteren. Bij het leerlingenvervoer hadden wij meer aansluiting verwacht bij het doel van het college om thuisnabij onderwijs te stimuleren. Regels in de verordening kunnen ons inziens ook bijdragen aan het realiseren van dit doel, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden om middelen voor leerlingenvervoer ook in te zetten voor persoonlijke begeleiding naar of op een school dichter bij huis. Op beide punten hadden wij graag een verdere uitwerking teruggezien. Hoe kijkt de wethouder hier tegenaan?

Voorzitter, dan heeft onze fractie nog enkele inhoudelijke opmerkingen bij de verordening. Wij willen graag de volgende drie punten naar voren brengen: de vindbaarheid, de doelmatigheid, en de klantgerichtheid.

Als eerste de vindbaarheid: de adviesraad vroeg in haar reactie op de conceptverordening wat ons betreft terecht al aandacht voor de vindbaarheid van de verordening als geheel en verschillende onderdelen. Onze fractie ziet graag de verschillende verordeningen en nadere regels overzichtelijk op onze eigen website, zodat doorverwijzingen naar mijnoverheid.nl en officielebekendmakingen.nl overbodig zijn. Wij zijn blij met het antwoord van het college op onze technische vraag dat de vindbaarheid en zoekfunctie op de website een punt van aandacht zijn bij de implementatie en zullen dit zeker blijven volgen. We willen daarbij ook aandacht vragen voor de leesbaarheid. De geboden informatie moet wat ons betreft vooral helder zijn vanuit het oogpunt van onze inwoners. Wij bevelen in de verdere uitwerking graag de website van KrimpenWijzer aan als inspiratiebron. Daarnaast dank voor de toezegging dat ook het AKJ uiterlijk half maart op de gemeentelijke website geplaatst zal worden en vindbaar zal zijn voor de inwoners die dat nodig hebben.

Dan als tweede, de doelmatigheid. We hebben een technische vraag gesteld over de berekening van de hoogte van het PGB. Het college bevestigt dat bij het verstrekken van het budget niet wordt uitgegaan van het budgetplan dat door de zorgvrager bij de aanvraag van een PGB wordt ingediend, maar van tariefcodes. Daarnaast geeft u aan dat het de cliënt vrij staat om ondersteuning tegen een lagere vergoeding in te kopen. Hoe moeten wij dit lezen in samenhang met artikel 45 van de voorliggende verordening? Daar wordt immers aangegeven dat het PGB “herzien danwel ingetrokken kan worden” als sprake is van het gebruik van het PGB voor andere doeleinden?

Als derde, de klantgerichtheid: het college geeft aan in het raadsvoorstel dat de inhoudelijke wijzigingen in de regelgeving beperkt zijn. We hebben zojuist aangegeven dat we blij zijn met het afstemmen van de werkprocessen. Wij zijn minder positief over de aanpassing van de termijn voor het toesturen van het verslag van 5 naar 10 werkdagen. Wij zien een in onze ogen geringe administratieve winst, waarvan we niet weten of er op dit moment sprake is van een probleem (antwoord vraag 3), en een langere periode van onduidelijkheid voor de zorgvrager. Onze oproep eerder op de avond was om meer van buiten naar binnen te kijken – van samenleving naar gemeente – en dit is wat ons betreft een concreet voorbeeld hiervan. Inwoners verkeren met langere reactietermijnen langer in onzekerheid. Het moment dat om ondersteuning gevraagd wordt, is vaak als het echt niet meer zonder gaat. Wij zien dan ook het liefst dat men op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid ontvangt van de gemeente en het gespreksverslag indien gewenst zo snel mogelijk wordt toegestuurd. Kan de wethouder aangeven wat hier mogelijk is?

Voorzitter, onze fractie ziet uit naar de verdere doorontwikkeling van deze verordening. Het zal geen verrassing zijn dat de fractie van de ChristenUnie/SGP graag bereid is deze verordening in aangepaste vorm opnieuw vast te stellen bijvoorbeeld omdat dit nodig is door de invoering van één beschikking per huishouden, de uitbreiding van vrij toegankelijke zorg, of door meer inclusief onderwijs.

Dankuwel.

« Terug